Als Nederlander betaal je verplicht zorgpremie. Maar gaan zorgverzekeraars goed met je geld om? Hun winsten liepen in 2012 op tot €1,4 miljard. Waarom zijn die winsten zo hoog? Zijn die terecht? Heeft zorgverzekeringen vergelijken nut? En wat gebeurt er met het geld?
Vijf keer meer winst
De cijfers zijn nog niet precies bekend, maar naar schatting hebben zorgverzekeraars over 2012 gezamenlijk zo’n €1,4 miljard winst gemaakt. Dat is ongeveer €100,- per verzekerde. Die winst ligt vijf keer hoger dan de winst die zij over 2011 maakten, toen nog €619 miljoen euro.
Winstcijfers 4 grootste zorgverzekeraars
Verzekeraars | 2010 | 2011 | 2012 |
Achmea | € 262 miljoen | € 301 miljoen | € 286 miljoen |
Menzis | € 130 miljoen | 43,8 miljoen | € 215 miljoen |
VGZ | € 150 miljoen | € 27 miljoen | € 150 miljoen |
CZ | – € 91 miljoen | € 126 miljoen | € 518 miljoen |
* samen een marktaandeel van 90,7%
Waarom zijn die winsten zo hoog?
De inkomsten van de zorgverzekeraars komen van zorgpremies die Nederlandse burgers verplicht afdragen. Die premies zijn het afgelopen jaar nauwelijks gestegen. Waar komt de grotere winst dan wel vandaan?
– Mensen betaalden een groter deel van hun zorgkosten in 2012 zelf. Het eigen risico steeg van €170 naar €220,- in 2012. De basisverzekering steeg in 2012 met ongeveer €40,-, terwijl er minder zorg vanuit de basisverzekering werd vergoed. In 2013 steeg het verplichte eigen risico naar €350,-.
– Medicijnen werden in 2012 goedkoper. Het octrooi– het alleenrecht van een farmaciebedrijf om een medicijn te mogen maken – op verschillende medicijnen liep af. Daardoor konden andere farmaceuten dezelfde medicijnen maken. Die concurrentie heeft geleid tot goedkopere medicijnen en dus minder kosten voor de zorgverzekeraars.
– Zorgverzekeraars hebben de budgetten voor apothekers gelijk gehouden in 2012, meldt de Volkskrant. Tegelijkertijd zagen apothekers de vraag naar zorg wel toenemen. De zorgkosten liggen dus meer bij de apothekers en minder bij de zorgverzekeraars.
– De opbrengsten uit beleggingen waren beter dan verwacht.
Zorgverzekeraars zijn toch non-profit?
De meeste zorgverzekeraars hebben inderdaad geen winstoogmerk. Zij zijn geen bedrijven met aandeelhouders, maar onderdeel van coöperaties. Volgens minister Schippers van Volksgezondheid zit 98% van de verzekerden in Nederland bij verzekeraars zonder winstoogmerk.
Deze coöperaties, of verzekeraars zonder winstoogmerk, mogen wel winst maken. Dit kan worden geïnvesteerd in de zorg, leiden tot premieverlaging of worden ingezet als financiële buffer. Dat betekent dat een deel van de winst op de bank wordt gezet om financiële tegenvallers te kunnen opvangen. De Nederlandsche Bank (DNB) stelt eisen aan de hoogte van deze buffer.
Wat gebeurt er met de winst?
Premieverlaging…
De grote winsten zijn niet alleen maar de verdiensten van de zorgverzekeraars die scherper hebben ingekocht. Nederlandse burgers hebben er flink aan meebetaald door de stijging van het eigen risico en de premie voor de basisverzekering.
Minister Edith Schippers van het ministerie van Volksgezondheid liet zich verleiden tot de uitspraak dat de winst moet worden gebruikt om de zorgpremies voor 2014 te verlagen. Maar Schippers zei ook dat de politiek dat niet kan afdwingen. Ook de Consumentenbond en patiëntenvereniging NPCF vragen uitdrukkelijk aan de zorgverzekeraars de winst door te vertalen in een premieverlaging.
Brancheorganisatie Zorgverzekeraars Nederland meldde aanvankelijk dat een premieverlaging ‘in de lijn der verwachting ligt,’ maar dat zorgverzekeraars daar zelf over beslissen. Zorgverzekeraars geven wel voorzichtig aan dat de winst al dan niet gedeeltelijk teruggaat naar de premiebetalers, maar harde beloftes hebben zij nog niet gedaan.
… of een appeltje voor de dorst?
Zorgverzekeraars Nederland en de Nederlandse Zorgautoriteit vinden het nog te vroeg om de winst (terug) te geven aan de premiebetalers. Zij menen dat het geld nodig is om reserves op te bouwen voor slechtere tijden.
De Nederlandsche bank (DNB) eist van zorgverzekeraars dat zij een buffer opbouwen. Zo heeft de zorgverzekeraar altijd genoeg reserves om tegenvallers op te vangen. DNB schroeft die eis de laatste jaren bovendien omhoog. Voor 2012 moesten zorgverzekeraars hun eigen vermogen verhogen van 9% naar 11%. Van alle schadegevallen – uit het basispakket – moeten zij dus 11% zelf in kas hebben.
Zorgverzekeraars willen ruim boven die norm zitten. Gemiddeld hebben zorgverzekeraars twee maal zoveel buffer als verplicht is. Zij geven als reden dat steeds meer zorgrisico’s van de overheid naar de zorgverzekeraars zijn verschoven, en dat er mogelijk strengere eisen komen vanuit Europa. In 2011 verdubbelde de Europese Commissie de kapitaaleis namelijk al.
Ook DNB werkt mee aan de drang van zorgverzekeraars om ver boven de buffer-eis te zitten. Zorgverzekeraars kunnen verscherpte DNB-controle verwachten als zij anderhalve maal of minder van de 11%-eis zitten.
Hebben zorgverzekeraars echt van die hoge reserves nodig?
Zijn die reserve-eisen van DNB niet te hoog? Hoogleraren Wim Groot (gezondheidseconomie) en Henriëtte Maassen (economie) vinden dat wel. In het NRC Handelsblad stellen zij dat de buffer van zorgverzekeraars best minder groot kan, omdat zij heel zekere inkomsten hebben. Iedere Nederlandse burger is immers verplicht een zorgverzekering af te sluiten.
Anderzijds lopen zorgverzekeraars meer risico omdat zij verplicht zijn klanten te accepteren, en tegelijkertijd geen hogere vergoeding mogen vragen aan verzekerden met hogere verwachte ziektekosten. Een zorgverzekeraar kan dus op kosten worden gejaagd doordat hij veel klanten heeft met dure gezondheidsproblemen. De grootste zorgkosten worden bijvoorbeeld gemaakt door mensen in hun laatste levensjaar – vooral oudere mensen dus. Nu worden zorgverzekeraars nog gecompenseerd voor klantengroepen met een hoger risicoprofiel, via het zogeheten risicovereveningssysteem, met gelden uit de werkgevers- en rijksbijdrage.
Minister Schippers van Volksgezondheid heeft echter met de zorgverzekeraars afgesproken om dit fonds kleiner te maken. Vanaf 2017 dragen de zorgverzekeraars zelf de volledige financiële risico’s voor hun inkoopbeleid. Dat vereist ook een grotere buffer bij zorgverzekeraars om klappen op te vangen.
Hoera! De marktwerking werkt?
Minister Edith Schippers gaf aan dik tevreden te zijn met de winsten van de verzekeraars. Volgens haar blijkt daaruit dat het systeem van concurrerende verzekeraars werkt. Immers, de zorgverzekeraars kopen steeds scherper in en houden geld over. De zorg zou dus goedkoper worden.
Volgens Schippers zal die concurrentie leiden tot lagere zorgpremies. Zorgverzekeraars kunnen immers meer klanten trekken door een lagere premie te bieden.
Toch is nog niet zeker of dat gebeurt. Geen enkele zorgverzekeraar heeft beloofd om de premie te verlagen. Daarnaast is maar de vraag of er voldoende concurrentie is tussen zorgverzekeraars. De vier grootste – Achmea, VGZ, Menzis en CZ, hebben 90% van de markt in handen. Zij beheren 20 van de 26 zorgverzekeringsproducten die in Nederland worden aangeboden.
Niet alleen de zorgverzekeraars, maar ook de zorgaanbieders liggen onder vuur in de discussie over de hoge kosten van de gezondheidszorg. De Telegraaf schatte op grond van een ronde langs experts in de ziekenhuis- en zorgverzekeringswereld dat jaarlijks voor zo’n 3 à 4 miljard onterecht wordt gedeclareerd door ziekenhuizen. Dat zou neerkomen op zo’n €300,- per verzekerde. Het ministerie van Volksgezondheid last een onderzoek in naar de fraude. Het ministerie zegt geen harde cijfers over de omvang van de fraude te kennen.
Ontransparante discussie
De discussie over de inkomsten en kosten van zorgverzekeraars is niet transparant. Het zorgstelsel is zeer uitgebreid en ingewikkeld. Voor- en tegenstanders van premieverlaging komen met een groot aantal argumenten, die door buitenstaanders moeilijk op waarde te schatten zijn. Met dit artikel maken we de discussie over de winsten van de zorgverzekeraars helderder. Vanaf 1 november 2013 kunnen mensen een zorgverzekering voor 2014 afsluiten. Dan wordt duidelijk wat zorgverzekeraars doen met de flinke winsten die zij hebben gemaakt.
Laat een reactie achter