Het zal je niet ontgaan zijn dat de laatste jaren steeds meer ziekenhuizen gefuseerd zijn. We hebben niet per se heel veel minder ziekenhuislocaties, maar wel steeds minder ziekenhuisorganisaties. Het proces speelt zich overal in het land af.
En de plannen ervoor beperken zich bepaald niet tot kleinere ziekenhuizen, want in Amsterdam hadden de academische centra VUmc en AMC ook fusieplannen. Die gaan weliswaar voorlopig niet door, omdat de toezichthouder Autoriteit Consument & Markt er teveel bezwaren in zag. Maar dit weerhoudt de twee organisaties er niet van om hun samenwerking “verder te intensiveren”.
Zorgpremie niet te hoog
Wat betekenen al die fusies voor jou als patiënt? Niet per se heel veel goeds. Een andere toezichthouder, de Nederlandse Zorgautoriteit, vreest dat de ziekenhuiszorg hierdoor te duur wordt. Een terechte vrees, want zorgverzekeraars kunnen in de zorginkoop geen ziekenhuizen meer tegen elkaar uitspelen om een lagere prijs te bedingen, als er in de omgeving geen andere ziekenhuisorganisaties meer zijn. En als verzekerde wil je wel dat zorgverzekeraars dit kunnen doen. Als er twee of drie ziekenhuizen in dezelfde regio zijn die vergelijkbare kwaliteit leveren, kan de zorgverzekeraar zeggen: wie de beste prijs neerzet, krijgt het contract. Fijn voor jou, want je weet dan dat je zorgpremie niet te hoog wordt en je bent toch verzekerd van goede zorg zonder daarvoor ver te hoeven reizen.
Alle medische zorg
Kortom, fusies geven de ziekenhuizen macht, en dat is het laatste waarop jij zit te wachten. Niet alleen omdat het geld kost trouwens, maar ook omdat macht aanzet tot machtsbehoud. Het houdt innovatie tegen. Die gefuseerde ziekenhuizen willen hun machtspositie vasthouden en dit doen ze door alle vormen van medische zorg aan te bieden. Ze concentreren zich niet op een beperkt aantal medische verrichtingen waarin ze door verdere ontwikkeling écht kunnen gaan excelleren, maar zorgen dat ze goed genoeg zijn in álle zorg, zodat de zorgverzekeraars niet om ze heen kunnen. “Goed genoeg” is een rekbaar begrip. Volgens weer een andere toezichthouder – de Inspectie voor de Gezondheidszorg – begint dit met een zesje. Pech voor jou als het ziekenhuis bij je in de buurt inderdaad niet meer dan een zesje in huis heeft voor de zorg die jij nodig hebt. Je doet het er maar mee, tenzij je bereid bent om ver te reizen voor je zorg. Maar tot ver reizen ben je alleen bereid als je iets levensbedreigend hebt, niet voor doorsnee medische zorg.
En de zorgverzekeraars dan?
Ja maar de zorgverzekeraars fuseren toch ook, zul je nu zeggen. De grote vier hebben negentig procent van de verzekerden. Helemaal waar, maar helemaal niet zo bezwaarlijk als die ziekenhuisfusies. Er is namelijk een verschil tussen inkoopmacht en verkoopmacht. Als die vier zorgverzekeraars voldoende mogelijkheden hebben om de ziekenhuizen in de zorginkoop tegen elkaar uit te spelen op basis van kwaliteit en prijs, heb je als verzekerde voldoende aan een keus uit vier zorgverzekeraars. Maar als het aantal ziekenhuizen zo beperkt is dat ze niet meer tegen elkaar uit te spelen vallen, zouden zelfs vijftig met elkaar concurrerende zorgverzekeraars daar niets aan kunnen veranderen.
Wil je een seintje ontvangen als je opnieuw een zorgverzekering kunt uitkiezen?
Schrijf je gratis in voor de Zorgalert
Laat een reactie achter