1 oktober 2013 – Een regulerende overheid is noodzakelijk als je echt wilt dat energiebedrijven meer duurzame energie produceren. De vrije markt investeert uit zichzelf nooit genoeg in research. Dat zegt Noé van Hulst, nieuwe ambassadeur van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), vandaag in de Volkskrant.
Prosumentisme
Door goedkope energie uit Duitsland en ‘prosumentisme’ (de opmars van consumenten die zelf stroom produceren) worden Nederlandse gas- en kolencentrales steeds vaker stilgelegd. Energiebedrijven die daardoor met grote verliezen zitten, hebben dat volgens Van Hulst aan zichzelf te wijten. ‘Na de liberalisering [van de energiemarkt] was het eerste waar ze aan dachten concurreren, concurreren, concurreren. Toen hebben ze de lange termijn verwaarloosd en nu zitten ze deels op de blaren.’
Denemarken als voorbeeld
Van Hulst dringt aan op keiharde overheidsregulering om de grote energievraagstukken van de komende decennia op te lossen. Als lichtend voorbeeld noemt hij Denemarken: ‘Dat verplicht gewoon: nieuwe gebouwen moeten energieneutraal, een renovatie moet energiezuinig. Ik ben steeds meer bekeerd tot dit soort regulering.’
Opmerkelijk pleidooi
Het pleidooi voor een dwingende rol van de overheid is opmerkelijk. In zijn tijd als directeur-generaal Energie op het ministerie van Economische Zaken voerde Van Hulst de liberalisering van de energiemarkt namelijk zelf door. ‘Ik heb in de jaren daarna veel bijgeleerd. Je kunt je niet alleen op markten en prijssignalen verlaten.’ (VK)
Laat een reactie achter