We kiezen onze zorgverzekering niet omdat we graag zorg gebruiken. We zijn het liefst gezond en gelukkig. Tot op hoge leeftijd. Zoals mevrouw Wagenaar bijvoorbeeld.
Nel Wagenaar is sterk van lichaam en geest. 68 jaar lang woonde ze op een boerderij in het Friese Balk. Tegenwoordig woont ze op de zesde etage aan de Amsterdamse Ferdinand Bolstraat in verzorgingstehuis d’Oude Raai. De overgang van de Friese weilanden naar de stad deert haar niet. Ze is er meer dan tevreden. “Het is zo’n fijn, warm gebouw. Ik wil niet meer terug.”
“Ik zit goed waar ik zit”
Haar drie kinderen van 65, 66 en 67 jaar zitten al in de AOW. “Ze konden nog wel boodschappen voor me doen, maar me niet verzorgen.” Haar kleindochters hebben het verzorgingstehuis voor haar uitgezocht. Ze regelen bovendien alle financiële zaken voor haar, waaronder haar zorgverzekering. “Ik zit bij Agis (in 2015 is dat Zilveren Kruis, red.), dat wordt allemaal automatisch afgeschreven.”
Overstappen hoeft ze niet meer. “Ik heb wel eens zorgverzekeringen vergeleken samen met een kleinkind. Maar ik kom min of meer op hetzelfde bedrag uit. Ik zit goed waar ik zit.”
Gezond ziek
Over haar gezondheid hoeft ze het niet zo te hebben. “Ik piep niet. Ik hoor veel vrouwen hier piepen. Daar houd ik niet van. We hebben het toch goed?”
Naar de dokter gaat ze weinig. Vroeger al niet. “Als je pijn had, dan ging je niet zomaar naar de dokter. Hij kwam wel langs als de kinderen wat hadden.” Nel werd slechtziend tijdens haar eerste zwangerschap. Maar ook toen kwam de dokter niet. “Als je zwanger was, was je ‘gezond ziek,’ zo heette dat.” Toen ze bij haar tweede kind weer blind werd, werd ze geopereerd. En bij het derde kind volgde nog een operatie aan haar ogen.
Hoe ze gezond blijft? Ook daar is ze niet zo mee bezig. Ze pakt vanzelfsprekend de trap. Lopen en spreken doet ze vief en ze heeft een sterk geheugen. De huisarts kent ze vooral van het overzicht van medicijnen dat hij haar een paar keer per jaar stuurt. Nel heeft namelijk diabetes. Dat heeft ze opgelopen na de buikoperaties om een bacterie te verwijderen. Elf keer is ze onder het mes geweest. Dus let ze op wat ze eet. “Nooit te veel, en matig met suiker. De gevulde eieren van de buurvrouw heb ik gisteren laten staan.”
Boerin
Nel groeide op in het Noord-Hollandse De Rijp. In de oorlog werd ze op slag verliefd op haar man Piet, die politieagent was. Op haar 23e trouwden ze. “Het was een heel gelukkig huwelijk.” Piet moest onderduiken omdat alle Nederlandse politieagenten werden opgespoord en afgevoerd door de Duitsers. Samen vluchtten ze naar de Veluwe met een aardappeltransport. Onderweg werden ze nog beschoten. “We waren jong en na een tijdje wen je aan de ellende van de oorlog.”
Na de oorlog wilde haar man weer als politieagent aan de slag. Maar het liep anders: Piet werd veeboer in het Friese Balk, een dorpje tussen Staveren en Lemmer. En Nel? Die werd boerin. Haar man boerde tot zijn tachtigste en overleed zeven jaar geleden. In 2012 is Nel naar d’Oude Raai gekomen.
Laat een reactie achter