VGZ, een van de vier grote zorgverzekeraars in ons land, kwam laatst uitgebreid in het nieuws in Het Financieele Dagblad. In het interview dat de krant had, kwam een wat ontmoedigde bestuursvoorzitter Tom Kliphuis aan het woord. ‘We zagen onszelf als de bewaker van de kwaliteit van zorg’, zei hij. ‘Maar we moeten constateren dat de buitenwereld ons die rol helemaal niet gunt’.
Kliphuis gaf dit interview bij het verschijnen van de kaders van het inkoopbeleid die VGZ publiceerde als startschot voor de inkooponderhandelingen van 2016. Met die kaders geeft een zorgverzekeraar aan op basis van welke uitgangspunten ze voor jou en mij de zorg inkoopt voor 2016. In het document geeft VGZ helder aan vanaf nu feitelijk maar één dominant kader te hebben: de zorg betaalbaar houden. Je zult het met mij eens zijn dat dit een belangrijke taak is voor een zorgverzekeraar. Als verzekerde betalen wij immers iedere maand onze zorgpremie. En omdat we ook iedere maand huur of hypotheek moeten betalen, boodschappen moeten doen en andere kosten voor levensonderhoud moeten maken, willen we dat die premie niet te hoog wordt. Als verzekerden zeggen we dus inderdaad graag tegen onze zorgverzekeraar: zorg dat het betaalbaar blijft.
Verzekerde én patiënt
We hebben alleen één probleem: we zijn niet alleen verzekerden. Vroeger of later komt onontkoombaar het moment waarop we patiënten worden. Jij ook, en ik ook. Wie patiënt is, wil de beste zorg, en dat mag wat kosten. Voor een zorgverzekeraar leidt dit onontkoombaar tot de conclusie dat de zorg betaalbaar houden nooit het enige kader mag zijn. Als patiënt eisen we ook dat die zorg beschikbaar is voor ons, zonder onredelijk lange wachtlijsten, en van uitstekende kwaliteit. Als individuele verzekerden kunnen wij dit nooit bewerkstelligen, daarvoor hebben we die zorgverzekeraars als onze vertegenwoordigers.
Machtspositie
Nu heeft Ton Kliphuis duidelijk gelijk als hij stelt dat de buitenwereld de zorgverzekeraars die rol niet gunt. Hij bedoelt met die buitenwereld de zorgaanbieders en veel van die zorgaanbieders hebben liever helemaal niets met de zorgverzekeraars te maken. Ze willen niet dat die over hun schouder kijken om te zien welke kwaliteit ze leveren en ze willen daar al helemaal niet op afgerekend worden. Tot nu toe slagen de zorgaanbieders er goed in hun positie veilig te stellen, concludeerde onderzoeksbureau KPMG Plexus recent. De zorgaanbieders hebben teveel macht, stelde het. En die macht zou meer verlegd moeten worden van de zorgaanbieders naar de zorgverzekeraars. Dat is namelijk beter voor de verzekerden, voor u en voor mij dus.
Met de zorgverzekeraar om tafel
Kortom, de zorgverzekeraar heeft wel degelijk twee kaders: de kosten in de hand houden én zorg inkopen die van aantoonbaar goede kwaliteit is. Blijkbaar slagen zorgverzekeraars er alleen niet in om die kwaliteit helder te krijgen, ze hebben daarbij hulp nodig. Het is niet voor niets dat zorgverzekeraars in toenemende mate patiëntenorganisaties willen betrekken bij de zorginkoop. En het is in ons eigen belang om hiervoor open te staan. Zoals ik stelde, hebben wij de zorgverzekeraars nodig als onze vertegenwoordigers. We merken nu heel duidelijk dat die zorgverzekeraars ons nodig hebben als onderhandelingspartners.
* Frank van Wijck (1960) is sinds 1988 fulltime actief in de wereld van de Nederlandse gezondheidszorg als journalist, publicist, (hoofd)redacteur, dagvoorzitter, boekauteur en blogger. Hij is sinds 2002 eigenaar van Eva tekstproducties in Amsterdam.
Laat een reactie achter