Hogescholen en universiteiten zijn klaar om hun studenten weer in de collegezalen te ontvangen. Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibid) heeft het afgelopen jaar onderzoek gedaan naar de financiële situatie van hbo- en wo-studenten. Wat blijkt? Studenten zijn financieel steeds afhankelijker van hun ouders. Ouders dragen vaker bij met een hoger bedrag en meer studenten wonen nog thuis. Wij lichten de precieze cijfers toe.
Studenten hebben zorgen over gevolgen studieschuld
Op 1 september 2015 ging het leenstelsel in voor alle studenten die voor het eerst een bachelor- of masteropleiding gingen volgen binnen het hoger onderwijs. Sinds de invoering van het leenstelsel gingen meer studenten geld lenen via DUO. Meer studenten bouwden hierdoor een studieschuld op. Bijna de helft van alle studenten met een studieschuld heeft een actuele schuld hoger dan € 10.000,-. Uit het Nibud Studentenonderzoek van 2021 blijkt dat 56% van de studenten met een studieschuld zich zorgen maakt over de gevolgen voor latere financiële beslissingen, zoals het kopen van een huis.
Financiële rol ouders toegenomen
Studenten zijn financieel afhankelijker geworden van hun ouders. Ouders dragen bijvoorbeeld vaker bij met een hoger bedrag en meer studenten wonen nog thuis vergeleken met 2017. In 2021 ontvangt 68% van de studenten geld van hun ouders, terwijl dit in 2017 nog 58% was. De ouders van thuiswonende studenten nemen in 2021 vaker uitgaven volledig voor hun rekening dan in 2017. Zo steeg het aantal ouders dat de reisverzekering voor hun studerende kind volledig betaalt van 33% naar 42%. Voor de telefoonkosten was een stijging te zien van 20% naar 29%. De telefoonverzekering wordt bij 21% van de thuiswonende studenten in 2021 volledig betaald door hun ouders ten opzichte van de 11% in 2017.
Meer besparingen, behalve op de zorgverzekering
De meerderheid van de studenten betaalt de meeste bestedingen wel uit eigen zak. Op veel uitgaven hebben studenten het afgelopen jaar maandelijks bespaard. In 2021 gaven studenten gemiddeld € 18,- uit aan telefoonkosten, ten opzichte van de € 25,- in 2017. Het verschil in vrijetijdsuitgaven van een student ligt in 2021 gemiddeld op nog maar € 121,- per maand, tegenover € 148,- per maand in 2017. Dit kan verklaard worden door de coronamaatregelen. De voedingsuitgaven daalden van € 128,- naar € 102,- in de maand.
Sommige uitgaven zijn juist gestegen, zoals die voor de zorgverzekering. Een student gaf hier gemiddeld in 2017 nog € 107,- per maand aan uit, terwijl dit in 2021 maar liefst € 117,- per maand is. Wel steeg de zorgtoeslag mee, maar werd de premieverhoging niet helemaal opgevangen door de verhoogde zorgtoeslag. Het is opvallend dat minder studenten zorgtoeslag aanvroegen: van 87% in 2017 naar 78% in 2021. Maar liefst 24% van de studenten die geen zorgtoeslag ontvangt, geeft aan niet te weten wat zorgtoeslag is. Zonde, want zonder zorgtoeslag betaalt een student op jaarbasis al snel honderden euro’s meer dan nodig voor de zorgverzekering.
Wil jij zorgtoeslag aanvragen? Zo doe je dat
Wanneer je een lager inkomen hebt omdat je bijvoorbeeld nog studeert, heb je recht op zorgtoeslag. Zorgtoeslag is een bijdrage van de Belastingdienst om je zorgverzekering (deels) mee te bekostigen. De hoogte van deze bijdrage is afhankelijk van je inkomen. Hoe lager je inkomen, hoe hoger je zorgtoeslag. Of je recht hebt op zorgtoeslag is afhankelijk van verschillende factoren. De Belastingdienst kijkt bijvoorbeeld naar je toetsingsinkomen en je eigen vermogen. Zorgtoeslag aanvragen, gaat heel eenvoudig. Het kan via de site van de Belastingdienst of door te bellen naar de BelastingTelefoon op 0800 – 0543.
Laat een reactie achter