De versnelde Duitse overstap naar duurzame energie zet de Nederlandse energiesector onder druk. Door de zogenoemde Energiewende zullen de inkomsten van energieleveranciers in Nederland sterk afnemen, waarschuwt het economisch bureau van ABN Amro vandaag.
Overcapaciteit aan duurzame energie (vooral windenergie) komt in Duitsland steeds vaker voor. Die overschotten worden tegen bodemprijzen op de Nederlandse markt gedumpt. Voor de Nederlandse consument is dat op zich gunstig: ondanks historisch hoge olieprijzen zal onze energierekening hierdoor waarschijnlijk lager uitvallen. Tegelijkertijd kan de energiesector teruglopende inkomsten momenteel niet goed gebruiken.
Mede door het goedkope Duitse aanbod aan energie worden Nederlandse gas- en kolencentrales vaker stilgelegd. Energiebedrijven die in het verleden gokten op hoge winsten uit deze centrales, zitten nu met enorme verliezen. Het Zweedse Vattenfall heeft al 4,3 miljard euro moeten afboeken wegens verliezen bij dochteronderneming Nuon. Het Duitse RWE boekte om dezelfde redenen 3 miljard euro af bij dochterbedrijf Essent.
De grote vraag is nu welke invloed de teruglopende inkomsten in de energiesector hebben op de voornemens uit het onlangs overeengekomen nationale energieakkoord. Om de doelstellingen uit dat akkoord te realiseren, zijn namelijk grote investeringen nodig. Een financieel verzwakte energiesector zou een aderlating kunnen zijn.
Als oplossing pleit ABN Amro voor afspraken die verder gaan dan alleen een nationaal akkoord. De bank ziet kansen in meer samenwerking met ons buurland. Duitsland heeft in korte tijd veel kerncentrales gesloten en heeft daardoor op slechte dagen ook wel eens te maken met juist een tekort aan energie. In zulke gevallen kunnen Nederlandse gas- en kolencentrales bijspringen. Zo zijn beide partijen bij meer internationale samenwerking gebaat.