Auto-eigenaren weten als geen ander dat het onderhoud van hun wagen klauwen vol met geld kan kosten. Komt de grote apk-beurt er weer aan? Dan knijpen sommige bestuurders ‘m behoorlijk. Goed nieuws: je kunt er zelf voor zorgen dat er minder onderhoud – en daarmee kosten – nodig is bij de verplichte beurt. Hoe? Door de auto zelf ook goed te onderhouden. En ook daarbij zijn er manieren om goedkoper uit te zijn. Wij geven je 11 bespaartips voor het onderhoud van je auto.
1. Betaal zelf voor schade aan de auto
Heeft je auto schade opgelopen? Je kunt er dan voor kiezen om de verzekeraar in te schakelen. Daar heb je een verzekering voor toch? Dan hoef je de kosten niet zelf op te hoesten. Denk nog eens na voordat je dat doet. Als je de autoverzekering gebruikt, veranderen de schadevrije jaren en daarmee de no-claimkorting. Daal je op de bonus-malus-ladder, dan gaat de premie omhoog. Het bedrag dat jij meer betaalt voor de verzekering, kan hoger zijn dan de kosten die je vergoed hebt gekregen. Het kan dan ook de moeite zijn deze zelf te betalen. Maak vooraf dus een rekensom voor jezelf. Tip: vraag bij verschillende herstelbedrijven een offerte op.
Goed om te weten: veel verzekeraars kunnen je een indicatie geven van de premie die je ná het claimen van schade zult betalen. Als je de claim wilt terugdraaien kan dat vaak nog binnen een paar maanden tot een jaar. De verzekeraar geeft je zo de mogelijkheid de schade alsnog zelf te betalen, waardoor je de no-claimkorting en schadevrije jaren behoudt.
2. Rij volgens het boekje
Hard remmen, felle bochten en over het wegdek racen… het zijn allemaal factoren die ervoor kunnen zorgen dat auto-onderdelen sneller slijten. Hierdoor zijn deze sneller aan vervanging toe. Daarbij komt dat je meer risico loopt op het rijden van brokken als je ‘wat minder netjes’ rijdt. Hierdoor stijgt de kans op extra kosten aan onderhoud óf het inleveren van de no-claimkorting bij je autoverzekeraar. Ook stijgt het brandstofverbruik door heftig rijgedrag.
3. Doe een autohoes over de auto
Heb je geen garage aan huis en staat de auto altijd buiten? Gebruik dan een afdek- of autohoes. Hiermee bescherm je de wagen tegen weersomstandigheden. Elementen als zand, zout (bij de zee), boomhars én die oh zo vervelende vogelpoep hou je zo ‘buiten’. Zo’n hoes is ook nog eens prettig als er weer eens een onoplettende fietser, autobestuurder of wandelaar is die de auto per ongeluk schramt… Alleen hopen dat er geen grijpgrage autohoesliefhebber langskomt.
4. Hou vloeistoffen zelf bij
Ga niet voor elk wissewasje naar de garage. Oké heb je écht twee linkerhanden, laat het onderhoud dan aan iemand anders over. Het gaat namelijk wel om de veiligheid op de weg. Maar zijn simpele ingrepen als het checken van de oliepeil en het bijvullen van de koel- ruitenwisservloeistof voor jou een eitje? Voer deze handelingen dan zelf uit. Naast dat je hiermee bespaart, weet je ook meteen wat de staat van de auto is. Moet je vloeistoffen bijvoorbeeld vaak bijvullen? Dan kan dit wijzen op een lek. Tip: lees het instructieboekje van de auto door, daarmee kom je waarschijnlijk een heel eind. Ook op internet kun je veel instructiefilmpjes en advies vinden.
5. Zorg zelf voor de juiste bandenspanning
Controleer de bandenspanning een paar keer per jaar. Bij voorkeur eens in de maand. De juiste bandenspanning zorgt voor minder slijtage aan de autobanden, een lager brandstofverbruik en een betere wegligging. Een te lage, maar ook te hoge, bandenspanning verhoogt het risico op een klapband. Weet dus wel wát de juiste spanning is. Deze ligt tussen de 2.0 en 3.0 bar, maar dit verschilt wel per band.
6. Help de motor en z’n filters
De motor is het hart van de auto. Om deze zo lang mogelijk ‘gezond’te houden is het belangrijk dat de omliggende filters optimaal werken. Zo heb je de luchtfilter, die zuivert de lucht die binnenkomt voordat het de motor ingaat. Hier komen stofjes in, zoals pollen en bacteriën. Dan is er de oliefilter, deze haalt het vuil uit de olie. Vervang je de olie, vervang dan ook de filter. Verder zijn er nog de brandstoffilter en de roetfilter (in dieselauto’s). Filters moeten soms worden vervangen of schoongemaakt. Zo rond de 50.000 kilometer. Zo blijft de motor voor een goede verbranding zorgen, waardoor het brandstofverbruik lager is. De motor kan lijden onder een minder goede verbranding, waardoor deze eerder moet worden vervangen.
7. Vervang lampen zelf áls dat mogelijk is
Bij veel moderne auto’s is het heel lastig om de lampen zelf te vervangen. Er moet dan van alles gedemonteerd worden. Lastig en daardoor verstandiger om wel naar de garage te gaan. Ook voor vervanging van xenonlampen is dit aan te raden. Kun je de lampen wel zelf vervangen? Check dan even het instructieboekje voor het nodige formaat van de lamp en meer informatie. PS: het is handig om dit soort werk met iemand samen te doen.
Naast het besparen met het auto-onderhoud,
kun je ook autoverzekeringen vergelijken en de beste deal uitkiezen om geld over te houden
8. Gebruik tweedehands onderdelen
Zijn onderdelen aan vervanging toe en klus je zelf? Dan kun je deze vaak ook tweedehands aanschaffen. Dat scheelt je een hoop geld. Zorg er uiteraard wel voor dat je een goed onderdeel gebruikt, anders is het zo weer aan vervanging toe. Waar je onderdelen vindt? Bijvoorbeeld op Marktplaats of de sloop. Ga je voor vervanging van een onderdeel naar de garage? Dan kun je altijd aangeven dat je wilt dat een onderdeel door een tweedehandsje wordt vervangen. Ook daar moet je garantie op krijgen. Naast tweedehands onderdelen kun je natuurlijk ook kiezen voor merkloze onderdelen. Ben je bezig met de restauratie van een oldtimer? Dan is de kans groot dat je sowieso uitwijkt naar tweedehands. Al kan het zijn dat die onderdelen dan weer niet zo goedkoop zijn. Maar daar doe je het dan natuurlijk ook niet om.
9. Ga naar de doe-het-zelf-garage
Beschik je wel over de klus-skills maar niet over de ruimte? Dan kun je ervoor kiezen om naar een doe-het-zelf-garage te gaan. Hier kun je gereedschap, een sleutelplek en zelfs een brug huren. Er is begeleiding aanwezig én je kunt er meestal onderdelen kopen. De kosten lopen uiteen, maar komen zeer waarschijnlijk een stuk lager uit dan wanneer je de auto naar de garage brengt. Reken uit hoeveel het huren van een plek je ongeveer kost. Dat kan aan de hand van wát je moet huren en hoelang je bezig denkt te zijn. Grote kans dat de kosten een stuk lager zijn dan wanneer je de klus laat doen door een monteur. Kijk even of er een doe-het-zelf-garage in de buurt is.
10. Soms wel naar de garage: zó kan het goedkoper
Naast al het zelf klussen (als je dat doet), is het belangrijk om wel jaarlijks naar de garage te gaan. Zo speel je op tijd in op grotere problemen (en dus kosten). De kosten voor dit garage-bezoek kun je wel drukken. Vraag vooraf bijvoorbeeld een prijsindicatie op, stel een prijs vast of spreek af dat de garage je belt als kosten hoger uitvallen. Weet dat er een kostenverschil is tussen een dealer, een BOVAG-garage, een merkspecialist en een universele garage. De dealer is vaak duur, tenzij jouw auto nog in de garantieperiode zit. Bij BOVAG-garages heb je drie maanden garantie en bij de zelfstandige (universele) garagehouders zijn tarieven vaak wat lager. Merkspecialisten hebben vaak toegang tot tweedehands onderdelen, waardoor kosten lager kunnen zijn. Kortom, kies verstandig en naar jouw situatie. Om aan te tonen dat onderhoudsbeurten werkelijk zijn uitgevoerd, moet de monteur het onderhoudsboekje invullen. Kan handig zijn voor als je de auto wilt verkopen.
11. Maak de auto goed winterklaar
Je wilt er misschien nog niks van weten, maar de koudere periode doet binnenkort zijn intrede. In winterse weersomstandigheden hebben auto’s het zwaarder. Goede verzorging van de auto is voor het functioneren van de wagen heel belangrijk. Dit kun je doen:”zorg dat de antivries- en koelvloeistoffen vol zijn en dat ruitenwissers werken. Controleer de bandenspanning én het profiel. Vervang zomerbanden door winterbanden. Zo heb je meer grip op de weg en minder kans op brokken. Smeer rubbers bij deuren in, zodat ze niet dichtvriezen. En zet de auto tijdens het parkeren niet op de handrem als het vriest. Deze kan dan vastvriezen. De parkeerstand of eerste versnelling zijn prima alternatieven – zolang je niet op een helling parkeert. Draai de motor ook niet stationair warm, daar wordt ‘ie niet beter van. En… zoals we al eerder zeiden: gebruik een autohoes. Hoef je ’s morgens ook niet te krabben. Maar deze tip is gelukkig pas voor zo rond de decembermaanden. Nu kunnen we nog even genieten van de zon. Tip: zonnebril op als je de weg op gaat.
Laat een reactie achter