50-plus koploper energieswitchers

Jonge ouderen tussen 50 en 65 jaar switchen het meest van energieleverancier. Zij worden op de voet gevolgd door de categorie 35 tot 50 jaar. Dat heeft vergelijkingssite Pricewise.nl becijferd aan de hand van tienduizenden eigen databestanden.

Klein verschil

Het verschil tussen beide groepen was het afgelopen jaar gering: ruim 28% (50-65) tegen ruim 27% (35-50). De plekken drie en vier in de eindrangschikking worden gevormd door respectievelijk 18 tot 35 jaar (23%) en 65-plus (21%).

Weinig animo 65-plus

Dat de jongste en de oudste groepen achterblijven op de overstapmarkt verbaast directeur Hans de Kok van Pricewise niet. “De meeste jongeren worden pas op latere leeftijd echt actief op de woningmarkt, of als ze gaan samenwonen of een huis kopen. En pas dan gaan ze zich ook actief bemoeien met energiecontracten. In de groep 65-plus zitten veel hoogbejaarden die zich niet meer druk willen of hoeven maken over goedkopere energie. Zeker niet als ze in een verzorgings- of verpleeghuis belanden,” aldus De Kok.

Scherpere tarieven

Steeds meer mensen zijn zich ervan bewust dat ze met het switchen van leverancier gemiddeld € 250,- per jaar kunnen besparen, dankzij scherpere gas- en elektriciteitstarieven en welkomstkortingen. Energie vergelijken loont dus. Volgens brancheorganisatie Energie-Nederland ging in 2015 ruim 15% van de Nederlandse huishoudens over op een ander energiecontract.

Ook switchen? Bekijk hoeveel jij kunt besparen.

Gering onderscheid

Wanneer de switchers worden opgedeeld in een groep van jonger dan 50 jaar en een groep van ouder dan 50 jaar, is het verschil bij Pricewise zeer klein: ruwweg 51% (jonger) tegen 49% (ouder). Het onderscheid op provincieniveau is echter groot.

Provinciale verschillen

In Drenthe (57%), Limburg (57%) en Zeeland (54%) zijn ouderen de grootste groep die van energieleverancier wisselt. In Zuid-Holland (45%), Utrecht (46%) en Noord-Holland (46%) zijn ouderen juist veruit in de minderheid. Hier zijn meer jongeren die overstappen.

In Noord-Brabant spant het er het meest om: met 50,1% zijn ouderen nipt in de meerderheid. In Flevoland (50,3%) en Friesland (50,4%) valt het verschil ietsje duidelijker uit in het voordeel van de oudste groep.